Ik ben meer kunstenaar dan atleet

Breakdance is nu bijna een olympische sport. Best gek, vindt ‘b-boy’ en wereldkampioen Menno van Gorp(30), want voor de Rotterdammer is ‘breaking’ net als schilderenbovenal een lifestyle, een manier om zich uit te drukken.

Zijn kunde is eigenlijk voortgekomen uit gebrek, legt Menno van Gorp uit. ,,Als kind moest ik van de dokter op judo, om mijn evenwicht en motoriek te verbeteren. Toen ik begon met dansen, kostte het mij vaak ook meer tijd en moeite dan anderen om een bepaalde beweging onder de knie te krijgen. Dus probeerde ik er op een andere manier te komen, moest ik creatief zijn. Zo heb ik veel signature moves ontwikkeld, deels ook geïnspireerd op judo.’’ En creativiteit is een belangrijk aspect binnen breaking, zoals beoefenaars het officieel noemen. Het is één van de punten waarop dansers kunnen scoren tijdens battles. Van Gorp laat in zijn Rotterdamse studio een aantal dans-moves zien. Aan de ene kant ziet het eruit alsof het hem geen enkele moeite kost, anderzijds lijken de bewegingen anatomisch bijna onmogelijk. Ook een sterke kant van Van Gorp: zijn soepelheid. Bewegen alsof het niets is.

Crew
Het waren de nineties, breaking was een hype, de dansers straalden vrijheid en verzet uit. Menno van Gorp was tiener en raakte in de ban van de dans. Hij keek video’s en oefende met vrienden in parkeergarages, portieken van flats en fietsenstallingen in zijn geboortestad Tilburg. Na de mavo wist hij niet wat hij wilde, hij trainde elke dag met zijn crew (zijn ‘tweede familie’) en na een jaar deden hij en zijn vrienden mee aan wedstrijden. En ze wonnen. Waar Van Gorp ooit zelf gebrande dvd’s met breakfilms moest verkopen om zijn reis naar een battle te betalen, is Red Bull nu zijn vaste sponsor en verovert hij al jaren de meest prestigieuze prijzen. Afgelopen jaar pakte hij goud op het eerste officiële WK van de World Dance Sport Federation (WDSF) én won hij zijn derde Red Bull BC One, het toernooi dat breakers sinds jaar en dag beschouwen als het wereldkampioenschap.

De trofeeën ervan, drie enorme beltsmet veel blingbling, hangen op een trapje in zijn studio in een antikraakpand in Rotterdam-Zuid. De twee klaslokalen in een oude school hangen en staan vol met tekeningen en schilderijen, een drumstel, natuurlijk een muziekinstallatie en tientallen prijzen. ,,Als ik niet in het buitenland ben, kom ik hier elke dag. Ik train, schilder en werk aan een breakkledinglijn. Soms neem ik de kleine mee, m’n dochter Cali. Ze is bijna 3 en vindt het hier prachtig. Dan dansen, trommelen of verven we samen. Schilderen is voor mij ook manier van me uitdrukken, net als dansen. Als ik ooit moet stoppen, vanwege een blessure bijvoorbeeld, dan word ik fulltime schilder.’’ Hij wijst op een groot schilderij met kleurrijke vegen dat achteloos tegen de hoge wand van het klas lokaal geparkeerd staat. ,,Dat heb ik anderhalf jaar geleden gemaakt. Met verf op mijn handen en voeten, steeds een andere kleur. Het is een weergave van mijn dans.’’

Straatcultuur
Wereldkampioen of niet: bij breaking hoort een zekere straatcultuur. Niet gek dat de danser zich thuisvoelt in Rotterdam-Zuid. Ook de sfeer in het kraakpand ademt de straat. De plek is vanzelfsprekend een thuishonk voor de rest van de crew, die nu zo’n elf actieve ‘b-boys’ telt, voor oudere én nieuwe generaties ‘b-boys’ die zijn opgestaan. 

Als tiener vormde Van Gorp een crew met andere dansers, de Hustlekidz. Inmiddels is iedereen van toen zijn eigen weg gegaan, maar de meesten zitten nog in de breakscene en het contact in de groep blijft hecht. Ook de 19-jarige breaker en spoken word-kunstenaar Justen Beer uit Limburg, een ‘derde generatie Hustlekid’, is hier elke woensdag om te dansen met Van Gorp en andere oudere jongens. Tenminste, als Van Gorp er tijd voor heeft. De danser is veel onderweg voor wedstrijden. Ook reist hij de hele wereld over om workshops en trainingen te geven en wedstrijden te jureren. En er is weer een kindje op komst: kleine Cali krijgt een broertje.

Wie weet ga ik in Rotterdam zelf ooit zo’n plek oprichten.
- Menno van Gorp -

Helden
Rotterdam is allang niet meer de ‘b-stad’ die ze ooit was, zegt de wereldkampioen. ,,Toen ik jong was keken we naar Rotterdam, daar gebeurde het rondom breaking. Oldschool Carlos en Paulo, de eerste Nederlandse ‘b-boys’ die wereldwijd
naam maakten, kwamen hiervandaan. Het waren voor ons echte helden. ‘B-boys’ uit het hele land reisden naar De Doelen om te oefenen en battles te dansen op het dak.’’

Maar de breakhype ging over, het dak van De Doelen werd vervangen, en breaking gebeurt nu voornamelijk binnen de muren van dansscholen, waar ook streetdance en jazzballet worden gedoceerd, of bijvoorbeeld in het Hiphophuis.

Van Gorp: ,,Je moet veel trainen. Het mooiste is om een crew te vormen met andere jongeren, veel filmpjes te kijken om het breaken te leren, zelf dingen uit te proberen en eigen moves te ontwikkelen. Dan wordt het echt een lifestyle en kun je diepgang en creativiteit in je bewegingenleggen. Zo’n plek om elkaar te ontmoeten, om te oefenen en waar je gewoon creatief bezig kunt zijn, is er nog niet in Rotterdam. Kids verliezen vaak interesse zodra ze naar de middelbare school gaan. Omdat het dan niet als thuis voelt.’’ Lachend: ,,Wie weet ga ik in Rotterdam zelf ooit zo’n plek oprichten, ja.’’

Dat zal nog wel even op zich laten wachten. Eerst maar beginnen aan de voorbereidingen voor de Olympische Spelen van Parijs in 2024. Natuurlijk gaat Menno van Gorp meedoen, en natuurlijk wil hij graag de eerste olympisch kampioen breaking ooit worden. Maar, zegt hij: ,,Het blijft gek dat ze ons daar atleet noemen. Ik ben eerder kunstenaar.’’


Tekst: Loudi Langelaan
Foto: Bart Hoogveld

Bron: AD Special - Sport in Rotterdam 
10 januari 2020

Menno van Gorp 1.png
Nieuwe olympische sporten.

Het internationaal olympisch comité (IOC) moet het in december 2020 nog goedkeuren, maar hoogstwaarschijnlijk zal ‘breaking’ (zoals breakdance officieel heet) onderdeel zijn van de Olympische Spelen van Parijs in 2024. Op de Jeugd Olympische Spelen (voor 15 tot 18 jaar) stond de danssport in 2018 al op het programma, net als straks in 2020. Andere nieuwe olympische sporten: skateboarden, sportklimmen en surfen.