Judotalent Yael focust op school en blijft dromen van toptijd ná Tokyo

Terwijl veel andere sporters hun ambities pas komend jaar kunnen verwezenlijken, heeft de coronacrisis voor Yael van Heemst beduidend minder impact. “Net als anderen moet ik thuis trainen”, zegt de 18-jarige judoka. “En ik baal een beetje dat het EK tot 21 jaar is uitgesteld tot het najaar. Maar mijn droom wás en is nog stééds als senior een internationale carrière opbouwen en een medaille winnen op de Olympische Spelen.”

Op korte termijn zijn het vooral eventuele herkansingen op school die haar bezighouden. Yael zit in de topsportklas van Thorbecke Voortgezet Onderwijs en koos ervoor om het vwo-examen gespreid over twee jaar te doen. "Vorige week waren de laatste school- examens", vertelt ze. "Hierna zijn de herkansingen en volgend jaar doe ik examen voor de resterende vakken."

Tot de coronamaatregelen trainde Yael vrijwel dagelijks bij Sportinstituut De Korte met clubgenoten en met andere talenten van het Regionaal Training Centrum Zuidwest. In 2019 won ze zilver op de Jeugd Olympische Spelen en brons op het EK en WK Judo tot 18 jaar in de klasse tot 70 kilo. In februari werd ze gehuldigd als sporttalent van Rotterdam Rijnmond en won ze goud op het NK tot 21 jaar.

“Daarna werden alle volgende toernooien afgelast of uitgesteld”, zegt ze over de huidige situatie. “Trainen kan ik gelukkig op zolder, waar we een paar matten hebben liggen. Een eigen judo-dojo. Ik krijg schema’s van mijn personal trainer en volg de online lessen door Mark van der Ham en een andere judoka. Ik heb daar bijvoorbeeld ook Roy Meyer en Juul Franssen voorbij zien komen, die vertelden hoe zij nu trainen."

"Het zijn leuke sessies, die beginnen met oefeningen. Je kan alleen meedoen, maar gelukkig wil mijn broer Micha mij helpen. Hij heeft lange tijd gejudood, tot zwarte band, en met hem kan ik worpen en grondtechnieken oefenen."

Na haar examen wil Yael psychologie gaan studeren. “Er is méér dan sport”, zegt ze stellig. “Maar ik wil wel de internationale judotop halen en de komende jaren meer wedstrijdervaring opdoen. Dat er veel concurrentie is, schrikt me niet af. Op grote toernooien kan je zomaar een landgenote treffen, dat ben ik al gewend. Op het NK tot 21 jaar heb ik ook tegen trainingsmaatjes gejudood. Dat houd je scherp, en in een wedstrijd maakt het niet uit tegen wie je vecht. Je moet altijd de sterkste zijn.”

Auteur: Emile Hilgers
Bron: De Havenloods woensdag 22 april 2020