Na inactieve periode stapsgewijs opbouwen en ook kracht trainen

Hoe voorkom je overbelasting als je na een periode van inactiviteit weer wat vaker kan gaan sporten? Wat zijn de risico’s op besmetting met COVID-19? En wat is uiteindelijk voor jou een optimale trainingsinspanning?

Deze en meer vragen kwamen aan bod tijdens een webinar van Sportgeneeskunde Rotterdam voor trainers van Regionale Training Centra in samenwerking met Rotterdam Topsport. “We geven wel vaker presentaties,” vertelt sportarts Robert Rozenberg, “en sinds de coronamaatregelen alleen online.”

Zijn algemeen advies aan prestatie- en recreatieve sporters is om de intensiteit van de trainingen stapsgewijs op te bouwen. “Hardlopers en fietsers kunnen individueel trainen en zitten misschien ondanks de corona-maatregelen op 90 % van hun oude niveau. Bijvoorbeeld voetballers moeten meer oppassen voor overbelasting. Immers, wedstrijdbelasting kan je ook in een intensieve training moeilijk nabootsen.”

Net als na de zomerstop is het verstandig de eerste tijd maximaal drie keer per week te trainen. En ook voor duursporters geldt: de eerste vier weken naast de conditie ook kracht trainen. “Je lichaam waarschuwt bij lactaatverzuring”, legt de sportarts uit. “Dan raak je buiten adem en ga je zweten. Maar je traint niet alleen je spieren. Ook je pezen, kraakbeen, longen en hart moeten het aan kunnen. Als die overbelast raken, merk je dat later pas, vaak als het al te laat is.”

Rozenberg en zijn collega’s zien sporters veelal wanneer de huisarts, de clubarts of de fysiotherapeut de klachten niet goed kan behandelen. Met speciale apparatuur voert het team onder meer voetdruk- en fietspositiemetingen uit voor een behandeling op maat.

Topsporters en prestatiesporters komen ook voor inspanningstesten, zodat aan de hand van de vet- en suikerverbranding en zuurstofopname een aangescherpt trainingsschema kan worden opgesteld en zij optimaal kunnen presteren.

65.Rozenberg-Robert.jpg

Tijdens de webinair voor RTC-trainers werden diverse vragen gesteld over besmettelijkheid van het coronavirus. “Er is nog steeds te weinig bekend om daarover een compleet advies te kunnen geven”, was en is het antwoord van Rozenberg. “Bij hoge inspanning ga je meer in- en uitademen. In de buitenlucht is afstand houden meestal voldoende. Maar bij contactsporten en in afgesloten ruimtes besmetting voorkomen is lastiger. Pas als we meer daarover weten kunnen we zeggen waar en hoe het veilig kan.”

Bron: De Havenloods woensdag 3 juni 2020
Auteur: Emile Hilgers