Turner Deurloo niet ontgoocheld na val in olympische finale

TOKIO (ANP) - Turner Bart Deurloo reageerde dinsdag opvallend positief nadat hij in de olympische rekfinale als zevende was geëindigd na een val. "Ik heb de finale gehaald, een olympische finale. Dat was een droom die uitkwam. Daar mag ik tevreden over zijn. Anderen staan hier niet", vertelde de Rotterdammer, die lang in de schaduw stond van Epke Zonderland.

Deurloo was een goede allrounder. Hij turnde in Rio 2016 als eerste Nederlander de meerkampfinale op de Spelen, waarvoor hij zich met het team had geplaatst. Voor Tokio 2020 lukte dat niet, hij was de enige die op de WK in Stuttgart een olympisch ticket veroverde. Later kwam Zonderland daar via een omweg bij. Hij ging eruit in de kwalificaties en sloot zijn loopbaan af.

Het ging vaak over de Fries van de befaamde 'triple' in Londen en minder over Deurloo, die zo graag ook een combinatie van drie vluchtelementen had willen laten zien, maar daar dinsdag niet in slaagde. Met de Cassina kwam hij niet goed uit voor een combi. De Kolman zette hij met te veel power in waardoor hij de stok miste. "Jammer dat ik val met een element dat eigenlijk nooit fout gaat", vertelde hij, niet al te zeer onder de indruk van de tegenslag. "Het ging niet super, het moest blijkbaar zo zijn."

Moeizame aanloop

Hij vertelde over de moeizame aanloop, het uitstel van de Spelen, twijfels om nog wel door te gaan. "Het is best een lastige periode geweest, met ups en downs. Ik stond hier toch maar. Ik ben er als mens sterker uitgekomen. Ik ben tevreden."

Feit was dat er al drie turners voor hem gevallen waren. Dat er een kans lag op een medaille, hoewel de Japanner Daiki Hashimoto (goud, met 15,066) en oud-wereldkampioen Tin Srbic (14,900) uit Kroatië, een voor hem normaal niet haalbare score hadden neergezet. "Ik had 14,5 nodig voor de derde plek. Dat had gekund. Maar ook met deze plek kan ik leven."

Over zijn toekomst ging Deurloo eens rustig nadenken. "Ik ga er een tijdje uit. We zien het wel. Ik ben niet zo'n planner."