Waterpoloster Megens ziet 'troostwedstrijden' als mishandeling

TOKIO (ANP) - De Nederlandse waterpolosters willen na hun nederlaag in de kwartfinales van de Olympische Spelen het liefste zo snel mogelijk weg uit Japan, maar ze moeten nog twee wedstrijden spelen. De ploeg van bondscoach Arno Havenga maakt geen kans meer op een medaille. Toch moet Oranje nog om de plaatsen vijf tot en met acht spelen, de zogeheten troostwedstrijden.

"Ik snap echt niet waarom ze dit doen", zegt Maud Megens, een van de boegbeelden van de ploeg. "Dit is een soort van extra mishandeling. Maar goed, we moeten de eer aan onszelf houden en laten zien dat we in ieder geval goed genoeg zijn voor de top 5."

De waterpolosters verloren in de kwartfinales met 14-11 van Hongarije, dat het donderdag in de halve finale opneemt tegen Spanje. Oranje gaat die dag de strijd aan met China. Bij winst speelt de ploeg van Havenga twee dagen later de wedstrijd om plek vijf, bij verlies om plek zeven.

"Andere ploegen die eruit vliegen, zien we naar huis gaan", aldus Havenga. "Het klinkt heel lullig, maar voor ons eindigt hier gewoon een bepaald doel. We wilden een olympische medaille, dat verdient deze ploeg ook. Dat lukt niet en dan is het ook klaar, dan wil je weg. Maar goed, we gaan we er alles aan doen om dit toernooi waardig af te sluiten. Dat is dan maar onze volgende missie."