Nederlandse hockeymannen scherp voor openingswedstrijd in Tokyo tegen de Belgen

De Nederlandse hockeymannen moeten zaterdag 24 juli in hun openingswedstrijd op de Olympische Spelen gelijk aan de bak tegen België. “Ik denk dat het wel goed is om meteen een spannende wedstrijd te hebben”, zegt aanvaller Thijs van Dam. “Dan begin je scherp. Maar niet alles hangt af van die ene wedstrijd. Uit de poule van zes gaan de eerste vier door, dus als je wint ben je er nog niet en bij verlies kan je het nog goedmaken.”

Foto: Ellen de Monchy

Oranje heeft zich volgens de Rotterdamse international goed voorbereid op de missie in Tokyo. “Veel trainingen, veel meetings, en een goed samenzijn in Spanje. Tegen de Spaanse selectie hebben we een wedstrijd met 2-1 gewonnen en een keer met 3-3 gelijkgespeeld en gewonnen na shoot-outs. Dus twee keer gewonnen.”

In de week voordat ze afgelopen weekend via Amsterdam naar het land van de rijzende zon vlogen, konden de mannen alvast wennen aan hoge temperaturen. “Het meest ideaal was geweest om de voorbereiding in Japan te doen”, schetst Van Dam, “vanwege de hoge luchtvochtigheid daar. Maar dan had je door alle coronamaatregelen niet de vrijheid gehad waarin we ons nu hebben voorbereid. Zo zijn we alvast gewend aan de warmte. En doordat we in Spanje elke dag een half uur eerder naar bed gingen, viel het met de jetlag reuze mee.”

Voor vertrek hadden Van Dam en de andere internationals, onder wie Seve van Ass, Jeroen Hertzberger en Pirmin Blaak, al een aardig beeld van de situatie in het Olympisch dorp: strenge regels en alles tot in de puntjes verzorgd. “We zijn met alle Nederlandse sporters in één gebouw. Ik heb foto’s gezien van de slaapkamers en de appartementen, dat zag er goed uit. Er is een gezamenlijke eetzaal en in de algemene ruimten geldt afstand houden en mondkapjes op.”

“Natuurlijk is het jammer dat er geen publiek is bij de wedstrijden, maar daar moeten we mee leven. Als je ziet dat overal de besmettingen toenemen, is het logisch dat men geen risico’s wil nemen. We voelen ons bevoorrecht dat we na het uitstel met een jaar uiteindelijk toch mee kunnen doen aan deze Spelen.”

De vleugelspits van HC Rotterdam vindt een goed resultaat met Oranje belangrijker dan zelf scoren. “Het maakt niet uit hoe we winnen. Als ik scoor, is dat meegenomen, maar ik ben ook tevreden als ik vijf assists geef en nul goals maak. De sfeer in het team is goed, iedereen kijkt er naar uit. Ik denk ook dat het jaar uitstel niet slecht is geweest. We zijn naar elkaar toe gegroeid en helemaal klaar voor de Olympische Spelen!”