Nederlandse kanosprinters kunnen zich kwalificeren in Hongarije

In Szeged, Hongarije hebben kanosprinters Selma Konijn, Ruth Vorsselman en Albart Flier op 8 en 9 mei nog een kans om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs. Alle drie trainen zij op de Willem-Alexander Baan. Albart vertelt over de sport en de kansen die Selma, Ruth en hij maken: ‘Omdat die baan zo onbeschermd ligt, zijn wij heel goed getraind in kanoën bij barre weersomstandigheden. Storm in Szeged zou voor ons perfect zijn.'
 

Hoe ben je in deze sport terechtgekomen?
Als kind deed ik aan judo, maar toen ik een jaar of elf was, was ik nogal groot en sterk voor mijn leeftijd. Boze moeders langs de kant vonden dat ik rustiger aan moest doen met hun kinderen. Voor mij was daarmee de lol eraf. Via school konden we een sport uitproberen. Ik koos BMX en mijn zusje kanovaren bij vereniging Skonenvaarder in Kampen. Toen ik dat uiteindelijk ook probeerde, ben ik daar lid geworden. Pas na een paar jaar, rond mijn veertiende, kwam ik erachter dat ik beter werd als ik aan mijn techniek werkte. Ik vond krachttraining ook leuk en werd steeds fanatieker. Op mijn zeventiende deed ik mee voor de prijzen bij de Nederlandse kampioenschappen. Het Watersportverbond en Rotterdam Topsport hebben de kanosprinters zo’n drie jaar geleden naar de Willem-Alexander Baan gehaald. Samen met bondscoach Nicole Bulk is hier een veelbelovend programma gestart waar ik heel blij mee ben. Vorig jaar heb ik me als enige Nederlandse man geplaatst voor het WK.

Vertel eens iets meer over de sport kanosprint?
Bij kanosprint maken we gebruik van kano’s en kajaks. Ik zit alleen in een kajak – K1 – en doe mee aan de 1000 meter. Ruth Vorsselman en Ruth Konijn doen samen mee – K2 – aan de 500 meter. Selma gaat daarnaast ook nog op voor de K1 500.
In deze sport spelen veel factoren mee: de wind, de weersomstandigheden, de startplek die je krijgt toegewezen. Als je in een twee zit, moet je op het juiste moment elkaar goed aanvoelen. Met de kanosprintselectie hebben we de Pool Zdzislaw Szubski als hoofdcoach. Mede dankzij hem ben ik nu in een vorm die ik nooit eerder heb gehad.

IMG_5931.jpg

Teamfoto: Ruth Vorsselman, Albart Flier en Selma Konijn (achterste rij, v.l.n.r.) met op de voorgrond de rest van het kanosprintteam: Kitty Schiphorst, Anja Mus en Wies Siffels.

Wat doe je voor je sport?
Ik train vijftien keer per week. Daarnaast is het de bedoeling dat we rusten, maar ik werk ook nog parttime. Ik heb werktuigbouwkunde gestudeerd en ontwerp vulmachines voor de agricultuur, voor aardappelen, uien en andere producten.
Kanosprint is nog onbekend in Nederland. Wereldwijd is het best groot; het niveau ligt daar hoog. Je moet voor een langere tijd goed en gefocust trainen voordat je kans maakt op winst. Dat is best een investering. Maar ja, ik vind het gewoon heel leuk dus ik steek er veel tijd en eigen geld in. Rotterdam Topsport en het Watersportverbond helpen ons, bijvoorbeeld met gratis trainingen in het zwembad in de winter. We krijgen delen van wedstrijden vergoed maar moeten zelf ook meebetalen. Hopelijk komt er nog meer financiële steun als we richting podium gaan.

Hoe schat je jullie kansen in komend weekend?
Er liggen voor ons serieuze kansen. De winnaar en de nummer twee plaatsen zich direct voor de Olympische Spelen. De landen die zich al hebben gekwalificeerd, tellen hierbij niet mee. Ruth en Selma zitten dichterbij een kwalificatie dan ik, eerlijk gezegd. Voor mezelf ben ik wel realistisch: ik kan het alleen halen als alles perfect gaat. Ik mik op een tijd van 3.32, daar zou ik echt tevreden mee zijn en daarmee zou ik me kunnen kwalificeren. Maar mocht het deze keer niet lukken, dan is er nog geen man overboord. Ik ben 28. Het merendeel van de kanosprinters gaat tot de leeftijd van 32 door. Dus de volgende Olympische Spelen kan ik het ook nog prima proberen.